Of Kronkelen Door TOEPASSING
van die Wet?
De
vorige eeuw werd mijn jongste, thuis wonende zoon 18 jaar en, volgens
de wet, volwassen. Voor mij brak dus een geheel ander tijdperk aan.
Ben ik de ene dag nog alleenstaande ouder, de dag daarop ben ik
in één klap alleenstaande. Goh.
Maar wat verandert
er nou werkelijk? Volgens de wet volwassen, betekent voor een 18-jarige
dat hij voor zichzelf mag/moet zorgen. Voor mij als
alleenstaande betekent het dat ik niet langer meer een kind
heb wat ten laste van mij komt. Voor mij betekent het dat
ik een lagere uitkering krijg. Gebaseerd op een alleenstaande die
niemand anders heeft die een bijdrage kan leveren in de kosten,
wat neer komt op een basis uitkering, aangevuld met een toeslag
van 20%.
Voor mijn zoon,
die zowel het studeren als het werken op dat ogenblik nog niet zag
zitten, betekende het dat hij nu voor zichzelf moest zorgen. Tot
kort voor zijn 18de verjaardag zat hij op school en het schoolritme
zat hem nog zodanig in het bloed dat hij vond dat het eerst vakantie
werd en daar na zou hij wel zien wat voor werk hij wilde doen. Eerdere
pogingen van mij om hem te motiveren naar een baan te zoeken waren
op niets uitgelopen. Dat was toch allemaal maar gezeur. Maar daar
ben je dan ook moeder voor, hè. Dat is wat moeders het beste doen,
zeuren. Maar wat zeur ik nou. Ik was voor het eerst sinds mijn 18de
alleenstaand. Ik had niet langer de zorg voor een ander. Geen
ten laste komend kind. Dat had onze overheid eventjes voor
mij bepaald.
Ten
laste komend kind; het kind, jonger dan 18 jaar, voor wie
een alleenstaande ouder of gehuwde aanspraak op kinderbijslag kan
maken
Alleenstaande;
De ongehuwde van 21 jaar of ouder, doch jonger dan 65 jaar, die
geen tot zijn last komende kinderen heeft en geen gezamenlijke huishouding
voert met een ander tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste
graad. wie een alleenstaande ouder of gehuwde aanspraak op kinderbijslag
kan maken.
Geen speld
tussen te krijgen. Geen ten laste komend kind. Zoals
men op zijn klompen aan kan voelen zat er een adder in het gras.
Een kronkel. Een kronkelend addertje, gereed om toe te slaan. En
jawel hoor. Eerdere pogingen om mijn zoon door te sturen naar het
Triton of WIW, waren allemaal op niets uitgelopen. Hij zat toch
lekker warm onder moeders vleugels. Bij het zoeken naar mogelijkheden
werd van de zoon enig initiatief verwacht. Initiatief? Volwassen
worden. Veel te lastig. Mijn zoon had helemaal geen zin om volwassen
te worden. Onder moeders vleugels uit?
Als ik in mijn
hoedanigheid van moeder er op aan drong dat hij initiatief zou tonen,
kroop hij alleen maar verder in zijn schulp, of moet ik zeggen ei.
Als ik dan mijn kind (want dat blijft het) met zijn duim in zijn
mond, totaal afgesloten voor mij en de rest van die boze wereld
op de bank zag liggen, dan slaakte ik een diepe zucht en bewaarde
de rest van mijn energie voor een volgende keer. Die keer kwam.
Het addertje ontwaakte. Mijn zoon werd 18. Volwassen
en geacht niet langer ten laste van zijn ouder te komen. Omdat eerdere
pogingen op niets waren uitgelopen en ook hij niet van de lucht
kan leven, adviseerde ik hem om zich aan te melden bij de Gemeentelijke
Sociale Dienst.
Zo gezegd,
zo gedaan. Iedere burger zonder inkomen heeft immers recht op een
uitkering. Ik, als alleenstaande, zonder ten laste komend
kind, leunde voldaan achterover. Niet meer mijn probleem.
Hij moest zelf maar zorgen dat hij met dat geld rond zou komen.
De GSD zou mijn eerdere, op niets uitgelopen pogingen om hem te
motiveren van mij overnemen. Hij zou vanzelf wel merken dat hij,
om in aanmerking te komen voor een uitkering, toch zou moeten solliciteren.
Wat toen voor
mij geheel nieuw was, maar een algemeen aanvaard feit bleek te zijn
toen ik er eenmaal over begon te praten, was dat addertje.
Lange tijd op de loer gelegen, besloot die toe te slaan. Zijn gif
te verspreiden. Tjakka. De beet. Mijn zoon werd, zonder intake,
zonder in aanmerking te komen voor een uitkering naar huis gestuurd.
Hij moest maar werk gaan zoeken. Kronkel? Recht? Wat recht? Recht
op een uitkering? Officieel wel, maar volgens de Kommissie van bezwaarschriften
was het een algemeen aanvaard beleid dat kinderen/volwassenen van
18 zonder uitkering naar huis gestuurd werden, om ten laste
van hun ouder(s) te komen, die geacht waren geen kinderen
meer tot hun laste te hebben. Au!
Het heeft twee
maanden geduurd, dat ik als alleenstaande, met een uitkering van
een alleenstaande, zonder kind dat mij ten laste kwam,
opgezadeld zat met een lastig kind. Want zo zie je dat op zo’n moment.
Dezelfde lasten, minder rechten. Dat is het recht. Voor mij een
kronkel. Oogluikend toegestaan als gemeentelijk beleid en helaas
niet alleen in mijn woonplaats.
Terwijl ik
het gif van het onrecht door mijn aders voelde vloeien, bleek de
adder een regelrechte wurgslang te zijn. Het zal de lezer dan ook
niet verwonderen dat ik zo gefrustreerd raakte dat ik, uiteindelijk
in het nauw gedreven mijn zoon motiveerde op de enige manier die
ik nog zag. Ik ging dreigen. Toen ik het uiteindelijk zo benauwd
kreeg dat ik geen uitweg meer zag, stelde ik mijn zoon voor een
ultimatum.Geen baan, geen dak boven zijn hoofd. Zijn volwassen staat
betekende dat ik nog wel de zorg had, maar niet langer het recht
om uit zijn naam te handelen. Ik kon hem moeilijk aan zijn hand
meenemen bij diverse sollicitaties. De dreiging kwam niet helemaal
uit de lucht vallen, want er was hem (wonder boven wonder) een baan
aangeboden, maar hij had het te druk met vakantie vieren om daar
op te reageren.
En ik zat hulpeloos
gevangen tussen twee muren. Aan de ene kant mijn onwillige zoon,
aan de andere kant de GSD (dienst Welzijn?!) die mij ziet als alleenstaande
en daarmee voorbijgaat aan de morele verplichting
die je als ouder voelt, waardoor je je kind niet zomaar laat vallen.
Niet zomaar, maar er is een grens. Alsof het nog niet voldoende
was, kwam het emotionele plafond ook nog eens naar beneden, in de
vorm van ‘goed bedoelende anderen’, die net als de GDS er een verborgen
agenda op na hielden. Zij plaatsten opmerkingen met de kortzichtigheid
waar een mol jaloers op zou zijn als; ‘Het is wel je zoon hoor!’
En intussen hun tenen bij elkaar knijpend omdat ze bang waren dat
mijn probleem uiteindelijk hun probleem zou worden. Want als ik
mijn zoon buiten de deur zou zetten, wat zouden hun dan met goed
fatsoen moeten doen? Dan zou mijn probleem, wat ik als moeder zonder
klagen moest verduren, hun probleem worden. En daar zat men nou
niet echt op te wachten. De schrik zat er zelfs zo ver in dat de
biologische vader van mijn kind zich voor het eerst in 14 jaar ‘belangstellend’
meldde. Aangezien hij de volle emotionele lading over zich heen
gekregen heeft, zou het me verbazen als hij het de komende 14 jaar
nogmaals in zijn hoofd zou halen.
Gelukkig koos
mijn zoon de gulden middenweg. Hij ging solliciteren, werd aangenomen
en kreeg een contract van 12 tot 32 uur. Weer zo’n oogluikend toegestane
kronkel waardoor je wel alle verplichtingen, maar niet alle rechten
hebt! Hij functioneert wonderbaarlijk goed op zijn werk en hij voelt
zich er ook goed bij. Einde probleem zou je zeggen. Mis. Nu hij
beschikt over een eigen inkomen, wat ligt boven de norm van de WSF,
verhoogd met 10% (ook weer zo’n regeltje), krijg ik 10% minder toeslag.
Mijn zoon kan immer mee betalen aan de woonlasten, mits hij de volle
32 uur werkt. Terwijl ik dacht dat ik wat bewegingsvrijheid zou
krijgen om het inmiddels ontstane financiële gat te vullen, werd
er weer een ander regeltje toegepast. Zonder dat er een officiële
beslissing was genomen, besloot de GSD toch maar vast een deel van
mijn toeslag in te houden. Bij de berekening werd alleen maar rekening
gehouden met het gemiddelde over de maanden dat mijn zoon gewerkt
had. De twee maanden zonder inkomen werden voor het gemak maar niet
in de berekening van het gemiddelde meegenomen. Ik heb geprotesteerd
en mocht mijn standpunt mondeling toelichten voor de Kommissie voor
de bezwaarschriften, die op hun beurt weer een advies aan Burgemeesters
en Wethouders zal geven.
Wat mij echter
schokte, was het feit dat er zomaar over het feit heen gekeken werd
dat er iets niet klopt. Eén van de kommissieleden noemde het een
‘kronkel in de wet’. Daar hebben zij echter niets
mee te maken want zij hoeven de wet alleen maar toe te passen. Een
ander kommissielid gaf het advies om voortaan anders te stemmen.
Alsof zij weten hoe ik gestemd heb. Misschien zelfs niet. Stemmen
is net als kiezen tussen nasi en bami, terwijl je allergisch voor
Chinees bent. Maar het meest verraste me dat de hele Kommissie op
de hoogte scheen te zijn van het feit dat 18 jarigen in eerste instantie
weggestuurd worden als ze om hun recht komen. "Wij zijn er
alleen maar om de wet toe te passen". Welke wet?
Hier wordt
volgens mijn beperkte inzicht de wet niet toegepast. Er wordt mee
gesjoemeld. Gemeten met twee maten. Ik word geacht geen kind
te hebben wat ten laste van mij komt, maar de lasten worden wel
bij mij neergelegd, omdat ik nou eenmaal tracht zo lang
mogelijk volgens mijn ethische normen en waarden te leven. Als ik
dan mijn kind als vijand moet behandelen om zelf niet ten onder
te gaan, blijf ik met het akelige punt zitten dat dit niet de manier
is waar ik vrijwillig voor gekozen zou hebben. Ik moet me (nog steeds)
in allerlei bochten wringen om mijn zoon te motiveren en zelf niet
financieel te verzuipen. Op deze manier heeft de term alleenstaande
er wel een extra dimensie bij gekregen.
En de Kommissie?
Die beraad zich nog. Voorlopig stelt ze zich tevreden met het feit
dat ze alleen maar de wet toe hoeft te passen.
En ik? Ik vind
dat er iemand moet zijn die deze kronkel in de wet aanpast, want
ik weet zeker dat ik lang niet de enige ben die zich voor een dilemma
gesteld ziet, waar geen enkele ouder zich voorgezet wil zien. En
dat enkel en alleen maar vanwege een ‘Kronkel in de wet’. Maar ja,
ik heb al vaker horen zeggen dat het recht krom is. Misschien
is er iemand die dit recht wil zetten???????????
Een
alleenstaande moeder.
|